Kleine en middelgrote bouwbedrijven worden in toenemende mate weggeconcurreerd door grote aannemers bij overheidsopdrachten voor infrastructuurprojecten, zoals blijkt uit een rapport van ABN AMRO. Een belangrijke factor hierin is het huidige stikstofbeleid, dat de komende jaren geen nieuwe projecten voor de aanleg van infrastructuur toelaat.
Grote Aannemers Nemen de Overhand
De grotere aannemers nemen projecten aan onder de kostprijs om ervoor te zorgen dat hun personeel en materieel in gebruik blijven. Dit brengt kleinere bouwbedrijven in een nadelige positie, niet enkel bij nieuwe projecten, maar ook bij het onderhoud van bestaande infrastructuur. Met het wegblijven van grote nieuwbouwprojecten, verschuiven grote aannemers hun aandacht nu meer naar kleinschalig onderhoud en particulier werk, segmenten die oorspronkelijk werden bediend door de kleinere bouwers.
“Kleine tot middelgrote infrabedrijven kunnen steeds minder vaak meedingen naar onderhoudsprojecten. Deze projecten worden groter en dit zorgt voor verdrukking van het mkb op de markt voor infraprojecten”, aldus de economen. Zij wijzen er ook op dat door de verschuiving van aanleg naar onderhoud, het tekort aan budgetten en de prijsdruk, er steeds minder in duurzaamheid en circulariteit geïnvesteerd kan worden.
Om te waarborgen dat niet alleen grote bedrijven in aanmerking komen voor grotere en meer complexe projecten, bevelen de bankeconomen aan om de aanbestedingsprocessen te vereenvoudigen. Ook zouden duidelijke duurzaamheidseisen moeten worden geïntegreerd in aanbestedingen om zo een eerlijker speelveld te creëren en duurzaamheid binnen de sector te bevorderen.